Test pagina

Welkom bij deze handleiding voor het instellen van WiFi-netwerken. In dit document worden verschillende belangrijke configuraties en instellingen besproken die essentieel zijn voor het optimaliseren van je netwerk. Of je nu een nieuwe UniFi-configuratie wilt instellen of bestaande netwerken wilt verbeteren, deze gids biedt de nodige informatie over frequenties, kanalen en geavanceerde instellingen die de netwerkprestaties kunnen verbeteren. Lees verder voor gedetailleerde uitleg over kanalen, instellingen voor interferentiecontrole en meer.

1) Kanalen handmatig instellen

Bij het configureren van een WiFi-netwerk is het essentieel om de juiste kanalen te kiezen om interferentie te voorkomen. Dit geldt voor zowel de 2.4GHz als de 5GHz frequentiebanden, en nu ook voor de 6GHz frequentieband, die steeds meer wordt gebruikt met de komst van Wi-Fi 6E en Wi-Fi 7.

2.4GHz kanalen

De 2.4GHz frequentie heeft minder beschikbare kanalen en is daardoor gevoeliger voor interferentie. De aanbevolen kanalen voor een optimale prestatie zijn: 1, 6 en 11. Deze kanalen overlappen niet met elkaar, wat de kans op interferentie verkleint. Het is belangrijk om deze kanalen te kiezen wanneer je meerdere access points gebruikt in de buurt van elkaar.

5GHz kanalen

De 5GHz band biedt meer beschikbare kanalen dan de 2.4GHz band, maar het gebruik van sommige van deze kanalen is afhankelijk van lokale regelgeving en DFS (Dynamic Frequency Selection). Hier zijn de belangrijkste kanaalgroepen die je kunt gebruiken in de 5GHz band:

• UniFi-1: Kanaal 36-48
• UniFi-2: Kanaal 52-64
• UniFi-2 Extended: Kanaal 100-144

Deze kanalen zijn meestal beschikbaar voor verschillende regio's, maar sommige kunnen onderhevig zijn aan DFS-reguleringen, waardoor ze tijdelijk kunnen worden gedeactiveerd bij radaractiviteit. Het is belangrijk om een goede configuratie te gebruiken om interferentie te voorkomen.

6GHz frequentieband

De 6GHz frequentieband biedt nog meer kanaalmogelijkheden, vooral handig in dichtbevolkte gebieden met veel 5GHz verkeer. Deze band biedt aanzienlijke voordelen in termen van snelheid en capaciteit, met minder kans op interferentie. De 6GHz frequentie is ideaal voor Wi-Fi 6E en de nieuwe Wi-Fi 7 technologie, die beide kunnen profiteren van de grotere kanaalbandbreedte en lagere interferentie. Wi-Fi 7 maakt gebruik van de 6GHz band om maximale snelheid en capaciteit te bieden.

2) Belangrijke instellingen voor optimalisatie

Band steering

Band steering is een techniek waarbij het netwerk automatisch bepaalt welk apparaat wordt verbonden met de 2.4GHz of 5GHz frequentieband, afhankelijk van de netwerkbelasting en de signaalsterkte. Het is in de meeste omgevingen beter om band steering uit te schakelen. Dit komt omdat sommige apparaten beter presteren op de 2.4GHz band, zelfs wanneer de 5GHz band beschikbaar is.

IGMP snooping & Multicast enhancement (IGMPv3)

IGMP snooping is een functie die helpt bij het optimaliseren van multicastverkeer op je netwerk. Multicastverkeer is verkeer dat naar een groep apparaten wordt gestuurd, zoals het streamen van video's naar meerdere gebruikers. Wanneer IGMP snooping is ingeschakeld, zorgt de switch ervoor dat multicastverkeer alleen wordt doorgestuurd naar de apparaten die dat verkeer nodig hebben.

Zendsterkte

Het is belangrijk om de zendsterkte van je access points correct in te stellen. Te hoge zendsterkte kan leiden tot interferentie tussen access points, terwijl te lage zendsterkte kan zorgen voor dode zones of onvoldoende dekking. Het aanpassen van de zendsterkte zorgt ervoor dat de dekking optimaal is.

Effect van metaal, demping en reflecties op bereik en interferentie

De fysieke omgeving speelt een cruciale rol in het bereik en de kwaliteit van je WiFi-signaal. Materialen zoals metaal, beton en andere dichte materialen kunnen het signaal aanzienlijk dempen en de prestaties verminderen. Metaal blokkeert het signaal volledig, wat kan leiden tot dode zones. Reflecties van signalen door objecten kunnen leiden tot interferentie.